Meer keuzevrijheid in het erfrecht op til

Het erfrecht in België is verouderd en niet aangepast aan veel hedendaagse familiale situaties. Er zijn in het verleden reeds beperkte wijzigingen geweest, maar in essentie bestaat het Belgisch erfrecht reeds meer dan 200 jaar.

Vanuit de maatschappij gingen er dan ook steeds meer stemmen op om dit verouderd systeem eindelijk te moderniseren. Hieraan wou de politiek in 2013 reeds tegemoet komen, maar tot op heden zijn de veranderingen nog steeds niet doorgevoerd, omdat het onmogelijk bleek een compromis te vinden.

Sinds 21 januari 2013 bestaat wel reeds de mogelijkheid dat kleinkinderen rechtstreeks van hun grootouders erven, doch dit kan enkel indien de tussengeneratie (de kinderen van de grootouders en de ouders van de kleinkinderen) afstand doen van hun erfenis. Zonder medewerking van deze tussengeneratie is deze erfenissprong dus niet mogelijk.

Deze zogenaamde keuzevrijheid was met andere woorden volledig afhankelijk van de medewerking van de erfgenamen.

Het werd duidelijk dat deze wijziging niet voldoende was, zodat er een grondige hervorming van het erfrecht zich opdrong.

Momenteel ligt dan ook een wetsvoorstel voor waar het parlement begin dit jaar nog over dient te stemmen.

De eerste wijziging van deze hervorming betreft de uitbreiding van het “beschikbaar deel”. De erflater met kinderen kan op dit ogenblik slechts beperkt over zijn nalatenschap beschikken, waarbij dit beschikbaar deel kleiner wordt indien er meerdere kinderen zijn. Vanaf 3 of meer kinderen kan de erflater slechts over 1/4de van zijn nalatenschap vrij beschikken. Het overige deel maakt een reserve uit van de kinderen waaraan niet kan worden geraakt. Door de vooropgestelde wetswijziging zal de erflater steeds over 50% van zijn eigen nalatenschap kunnen beschikken ongeacht hoeveel kinderen hij nalaat. Concreet kan hij dus steeds de helft van zijn vermogen wegschenken tijdens zijn leven of bij testament.

Indien de erflater geen kinderen nalaat kan hij met de vooropgestelde wetswijziging zelfs volledig vrij over zijn nalatenschap beschikken. Tot vandaag hebben de ouders van de erflater nog recht op 25% per ouder van de nalatenschap van de erflater. Om nog een zekere familiale solidariteit te behouden, blijft het mogelijk dat een behoeftige ouder nog wel een onderhoudsgeld vordert van de nalatenschap van zijn zoon of dochter.

Verder zullen erfovereenkomsten, waarbij er een globale overeenkomst wordt gemaakt over een nalatenschap nog voor het overlijden van de erflater, toegelaten worden tussen ouders en kinderen op voorwaarde dat alle erfgenamen hierin betrokken worden en zich hiermee akkoord verklaren. Tot op heden waren dergelijke erfovereenkomsten verboden.

Vervolgens zullen alle schenkingen worden gewaardeerd op het ogenblik van de schenking zelf, zoals dit nu enkel maar het geval is voor roerende goederen zoals geld of aandelen en dus niet voor onroerende goederen zoals een bouwgrond. Met de vooropgestelde wetswijziging zal ook voor onroerende goederen dus rekening worden gehouden met de waarde op het moment van de schenking zelf om zo onbillijke situaties te vermijden.

Een andere wijziging die onderdeel uitmaakt van het vooropgestelde wetsontwerp is dat, indien schenkingen dienen te worden ingekort of ingebracht in een nalatenschap, dit voortaan niet meer “in natura” dient te gebeuren. Voortaan kan deze inbreng of inkorting “in waarde” plaatsvinden. Hierdoor kan de begunstigde van de schenking het betreffende goed behouden en dient hij enkel de waarde van het ontvangen goed te verrekenen met, dan wel te vergoeden aan de nalatenschap.

Tot slot wordt de termijn waarbinnen een nalatenschap moet worden aanvaard, verkort van 30 jaar naar 5 jaar.

Wij zullen dit wetsvoorstel verder opvolgen. Voor verdere informatie en advies op maat kan u contact opnemen met ons kantoor.